Nibe S-serie uitlezen en aansturen via Loxone
Nibe (water-water)
Indien je beschikt over een Nibe S-serie gaat deze aangestuurd worden via Modbus.
Met dit protocol kunnen al de in- en uitgangen van de warmtepomp opgenomen worden in de loxone installatie. Deze modellen ondersteunen Modbus TCP/IP waardoor er geen externe interface nodig is.
1 Connectie met S-serie
1.1 Settings van S-serie
Hier moeten de instellingen van de warmtepomp geconfigureerd worden, zodat deze het Modbus protocol mogelijk maakt.
• Stap 1: Controleer of de warmtepomp volledig aangesloten is volgens de normen
• Stap 2: Schakel de warmtepomp in
• Stap 3: Open het menu via het display van de S-serie
• Stap 4: Ga naar menu “5.2 Network settings
• Stap 5: Klik op Ethernet en schakel dit in
• Stap 6: Ga vervolgens naar menu “3.1.13 Connections”
• Stap 7: Deze staat standaard op DHCP, dit gaan we op “no” plaatsen waardoor deze een vast adres gaat krijgen. Op de volgende regel staat het IP address als hier bepaalde wensen voor zijn kan dit aangepast worden en anders kan dit zo blijven staan.
• Stap 8: Ga vervolgens naar menu “7.5.9 Modbus TCP/IP”
• Stap 9: Schakel hier het onderdeel “Connected” in
• Stap 10: Dit apparaat is volledig klaar om via Modbus TCP te gaan communiceren
1.2 Loxone config
• Stap 1: Zorg dat je eerst de stappen in het menu van de warmtepomp hebt voltooid
• Stap 2: Zorg dat de miniserver verbonden is met het netwerk
• Stap 3: Ga naar de categorie “Netwerkapparatuur” en klik vervolgens op “Netwerkapparatuur toevoegen”
• Stap 4: Voeg uit deze lijst een Modbusserver toe aan het programma
• Stap 5: Ga nu naar de modbusserver en klik op Modbus-apparaat toevoegen
• Stap 6: geef nu zowel de Modbusserver als het Modbusapparaat een logische naam
• Stap 7: Bij de instellingen van de Modbusserver moet er een adres gegeven worden. Dit is het vaste IP address van de warmtepomp dat er in “hoofdstuk: 1.1.1 Menu van S-serie in stap 7” werd ingesteld.
• Stap 8: Voeg vervolgens een analoge uitgang toe. Deze moeten nog de juiste instellingen krijgen. Klik rechts bovenaan op “Analoge actuator toevoegen”. In de linker kolom staan de instellingen van de uitgang. In “hoofdstuk: 3.1.3 Modbus registers” zijn al de IO-adressen gedocumenteerd samen met de “opdracht” en “Data-type”.
Stap 9: Voeg vervolgens een analoge ingang toe. Deze moeten nog de juiste instellingen krijgen. Klik rechts bovenaan op “Analoge sensor toevoegen”. In de linker kolom staan de instellingen van de ingang. In “hoofdstuk: 3.1.3 Modbus registers” zijn al de IO-adressen gedocumenteerd samen met de “opdracht” en “Data-type”.
1.3 Modbus registers
Hier staan de in- en uitgangen die het meest gebruikt worden om de installatie te configureren. Er zijn nog verschillende ter beschikking, deze zijn hier niet gedocumenteerd. Deze zijn van belang wanneer we in de toekomst meer logica willen toevoegen.
Actors: (schrijven)
Register: | Opdracht | Type-data | |
Allow heating | 18 | 6 - Preset single register | 16-bit unsigned integer |
Allow cooling | 20 | 6 - Preset single register | 16-bit unsigned integer |
Hot water demand | 56 | 6 - Preset single register | 16-bit unsigned integer |
Sensors: (enkel lezen)
Register: | Opdracht | Type-data | |
Brine in | 10 | 4 - Read input register(3x) | 16-bit unsigned integer |
Brine out | 11 | 4 - Read input register(3x) | 16-bit unsigned integer |
Hot water charging | 9 | 4 - Read input register(3x) | 16-bit unsigned integer |
Hot water top | 8 | 4 - Read input register(3x) | 16-bit unsigned integer |
Outdoor Temp. | 1 | 4 - Read input register(3x) | 16-bit unsigned integer |
Return Temp. | 7 | 4 - Read input register(3x) | 16-bit unsigned integer |
Supply Temp. | 5 | 4- Read input register(3x) | 16-bit unsigned integer |
2 Integratie warmtepomp in loxone config
2.1 Principe Integratie warmtepomp
Op de volgende afbeelding kan je verschillende bouwstenen vinden, hier wordt een centraal onderscheid gemaakt onder gelijkvloers en het verdiep. Verder gaat de temperatuur exact gestuurd worden per ruimte, maar ook hier wordt een onderscheid gemaakt om de warmtepomp bepaalde functies te laten uitvoeren. Als er in een bepaalde ruimte warmte gevraagd wordt gaat de warmtepomp ingeschakeld worden. Het zou ook kunnen dat de temperatuur te hoog is waardoor er gekoeld gaat worden. Als er nergens warmte gevraagd wordt gaat deze de temperatuur van de warmtepomp verlagen naar een stabiele lagere temperatuur.
Het sanitair water gaat ook naar een hogere temperatuur gebracht worden wanneer er een overschot is aan energie.
2.2 Technische uitleg integratie warmtepomp
2.2.1 Ingangen van warmtepomp
Dit zijn de ingangen die we voorlopig niet gaan gebruiken. Deze overige date kan steeds gebruikt worden voor volgende logica.
2.2.2 Aansturing sanitair warm water
Blauw: Dit is de ingang die gestuurd gaat worden door de energiemanager. Als de energiemanager het toelaat om het sanitair water naar een hogere temperatuur te brengen, gaat deze ingang hoog worden.
Groen: Deze bouwstenen gaan standaard als uitgang de ingestelde waarde van Al1 hebben. Het moment dat er een signaal gaat binnenkomen op ingang S gaat de uitgangswaarde wijzigen naar de ingestelde waarde van Al2. Op de afbeelding zijn de ingestelde waardes zichtbaar. We kunnen bij deze warmtepompen niet exacte temperaturen aansturen. Enkel met niveaus “Small=0” en “Large=2”. Als er te veel energie is volgens de energiemanager, gaat het sanitair warm water naar niveau large geschakeld worden. Hierdoor gaat het water naar het maximum verwarmd worden.
Paars: Dit is de uitgang waar dat een bepaalde waarde naartoe gestuurd gaat worden waardoor dat de warmtepomp weet welk niveau hij moet aannemen.
2.2.3 Temperatuur sturing woning
Blauw: Deze ingang zorgt ervoor dat de volledige temperatuursturing rekening gaat houden met de buitentemperatuur. De installatie gaat rekening houden met de waardes van afgelopen 48u. Als de waardes onder de drempelwaarde liggen wordt er toegestaan door Loxone om te verwarmen. Als de buitentemperatuur te hoog ligt ten opzichte van de drempelwaarde gaat deze enkel de toestemming krijgen om te koelen.
Groen: Deze ingang zorgt ervoor dat als er een technisch probleem aanwezig is, de warmtepomp uitgeschakeld wordt.
Paars: In deze bouwsteen zijn de ruimtes gekoppeld waar de verwarming mee geïntegreerd is. Deze bouwstenen zijn de centrale commando blok van de volledige verwarming. Als er ergens in een bepaalde ruimte warmte gevraagd wordt gaat deze bouwsteen commando’s sturen naar de warmtepomp. De uitgang “H” en “C” worden in dit geval gebruikt “H” staat voor heating en de “C” staat voor cooling.
Geel: De bovenste bouwsteen gaat standaard als uitgang de ingestelde waarde van Al1 hebben. Het moment dat er een signaal gaat binnenkomen op ingang S gaat de uitgangswaarde wijzigen naar de ingestelde waarde van Al2.
De uitgang “Allow heating” kan maar 2 signalen binnen krijgen een “1” of een “0”. Een “0” wilt zeggen dat niet moet verwarmen en met een “1” gaat hij inschakelen in dit geval verwarmen. AI1 is dus “0” en AI2 is “1”.
De uitgang “Allow Cooling” kan maar 2 signalen binnen krijgen een “1” of een “0”. Een “0” wilt zeggen dat niet moet verwarmen en met een “1” gaat hij inschakelen in dit geval verwarmen. AI1 is dus “0” en AI2 is “1”.