Vaillant warmtepomp sturen en uitlezen met Loxone
Indien je beschikt over: een aroTHERM plus, aroTHERM split, flexoTHERM exclusief oflexoCOMPACT, gaan we deze aansturen via het nieuw protocol “EEbus”. Hiermee gaan we de warmtepomp gemakkelijk kunnen uitlezen over het netwerk en toevoegen in de loxone config.
Indien je beschikt over: een aroTHERM plus, aroTHERM split, flexoTHERM exclusief oflexoCOMPACT, gaan we deze aansturen via het nieuw protocol “EEbus”. Hiermee gaan we de warmtepomp gemakkelijk kunnen uitlezen over het netwerk en toevoegen in de loxone config.
De internetmodule VR 921 kan alleen gecombineerd worden met de sensoCOMFORT weersafhankelijke regeling. De sensoHOME kamerthermostaat en de multiMATIC weersafhankelijke regeling zijn nodig om je verwarming via een smartphone of tablet op afstand te kunnen beheren.
1 Internetmodule VR 921 (EEbus gateway)
Vaillant internetmodule VR921
Met behulp van deze module die we op de warmtepomp aansluiten, krijgt de warmtepomp een adres op het netwerk. De warmtepomp kan dan gemakkelijk uitgelezen worden in de loxone config. De in- en uitgangen kunnen dan ingelezen worden in het huidige programma.
1.1 Aansluitschema
Aansluitschema VR921
Stap 1: Een vaste voeding aansluiten aan de hand van de meegeleverde adapter met een uitgangsspanning van 5V DC
Stap 2: EEbus aansluiten tussen de warmtepomp en de gateway
Stap 3: Ethernet verbindingen maken tussen de gateway en de router
Stap 4: vanaf nu is het mogelijk om de gateway te vinden in de loxone config
2 Connectie met de internetmodule
2.1 Configuratie multiMATIC app
Om ervoor te zorgen dat de internetmodule kan opgenomen worden in de loxone config, moeten er enkele stappen ondergaan worden in de multiMATIC app.
Stap 1: Ga naar de settings van het toestel
Stap 2: Ga vervolgens naar “EEbus”
Stap 3: Vink “EEbus” aan zodat deze kan gevonden worden op het netwerk
Stap 4: Voer nu eerst de stappen uit in de loxone config
“Hoofdstuk: 2.2 Loxone config”
Vervolgens wordt in de multiMATIC app toestemming gegeven voor de connectie
· Stap 5: Ga naar de settings van het toestel
· Stap 6: Ga vervolgens naar “EEbus”
· Stap 7: Selecteer de miniserver tussen de beschikbare apparaten en duidt aan dat er toestemming wordt gegeven om te communiceren
Nu is het apparaat volledig klaar om in de loxone config de in/uitgangen te gaan sturen zoals de klant dit wil.
2.2 Loxone config
Na het aansluiten van de gateway kunnen we aan de slag gaan om het apparaat volledig te configureren, we gaan als volgt tewerk:
Stap 1: Controleer als alle nodige verbindingen correct gemaakt zijn
Stap 2: Zorg dat de miniserver verbonden is met het netwerk
Stap 3: Onder de categorie “netwerkapparatuur” een netwerk apparaat toevoegen
Stap 4: Voeg nu een EEbus apparaat toe
Stap 5: Zoek nu het EEbus apparaat op het netwerk
Stap 6: Voeg nu het EEbus apparaat toe aan de loxone config door het EEbus apparaat te selecteren en vervolgens op de pijl te duwen, daarmee gaan we hem mee opnemen in de configuratie
Stap 7: Vouw het apparaat volledig open, hier zien we de mogelijke in- en uitgangen van het apparaat
Stap 8: Sla de configuratie nu op in de miniserver
Stap 9: Ga nu verder met stap 5 in “hoofdstuk: 2.1 Configuratie multiMATIC app”
3 Integratie warmtepomp in loxone config
3.1 Principe Integratie warmtepomp
Afhankelijk van de geplaatste installatie en instellingen op de warmtepomp verschijnen er de nodige in- en uitgangen. In ons voorbeeld is er 1 zone maar regelmatig word er ook een opsplitsing gemaakt tussen boven en beneden. In dat geval plaats je 2 klimaat controllers en temperatuurregelingen.
Op de volgende afbeelding kan je verschillende bouwstenen vinden. Verder gaat de temperatuur exact gestuurd worden per ruimte, maar ook hier wordt een onderscheid gemaakt om de warmtepomp bepaalde functies te laten uitvoeren. Als er in een bepaalde ruimte ergens warmte gevraagd wordt gaat de warmtepomp ingeschakeld worden. Vervolgens gaan we de gewenste temperatuur naar de warmtepomp sturen dit is de temperatuur van de ruimte met actueel de hoogste (bij verwarming) of laagste (bij koelen) nodige gewenste aanvoertemperatuur.
Het sanitair water gaat naar een hogere temperatuur gebracht worden als er een overschot is aan energie.
3.2 Technische uitleg integratie warmtepomp
3.2.1 Aansturing sanitair warm water
Blauw: Dit is de ingang die gestuurd gaat worden door de energiemanager. Als de energiemanager het toelaat om het sanitair water naar een hogere temperatuur te brengen, gaat deze ingang hoog worden.
Groen: Deze bouwstenen zullen standaard als uitgang de ingestelde waarde van V1 hebben. Het moment dat er een signaal gaat binnenkomen op ingang Sel, gaat de uitgangswaarde wijzigen naar de ingestelde waarde van V2. Op de afbeelding zijn deze ingestelde waardes zichtbaar. Als Sel niet bediend wordt de temperatuur op 50°C ingesteld. Als de energiemanager laat weten dat er te veel energie is, wordt het water tot 55°C verwarmd (Opgelet! bij een split unit max 55°C en bij een monoblok max 65°C). Dit is zodat er ‘s avonds minder verbruikt gaat worden wanneer dat de zonnepanelen een lagere opbrengst hebben.
Paars: Dit is de uitgangen van de warmtepomp die een bepaalde waarde moeten binnenkrijgen. De waarde is de temperatuur die bereikt mag worden.
Geel: Bij lange afwezigheid is het mogelijk om het SWW ook volledig uit te schakelen. 0 = uitschakelen, 2 = on.
3.2.2 Temperatuur sturing woning
Blauw: Deze ingang zorgt ervoor dat de volledige temperatuursturing rekening gaat houden met de buitentemperatuur. De installatie gaat rekening houden met de waardes van afgelopen 48u. Als de waardes onder de drempelwaarde liggen wordt er toegestaan door Loxone om te verwarmen. Als de buitentemperatuur te hoog ligt ten opzichte van de drempelwaarde gaat deze enkel de toestemming krijgen om te koelen.
Groen: Deze ingang zorgt ervoor dat als er een technisch probleem aanwezig is, de warmtepomp uitgeschakeld wordt.
Paars: Deze bouwstenen zijn de centrale commando blokken van de volledige verwarming. Als er ergens in een bepaalde ruimte warmte gevraagd wordt, gaat de klimaat controller commando’s sturen naar de warmtepomp om deze in te schakelen. In onze opstelling kan er verwarmd en gekoeld worden (dus WP actief bij uitgang “H” en “C”). Koelen kan mits een uitbreiding op de warmtepomp.
Uitgang “AQt” van de temperatuurregling gaat de gewenste temperatuur naar de warmtepomp sturen dit is de temperatuur van de ruimte met actueel de hoogste (bij verwarming) of laagste (bij koelen) nodige gewenste aanvoertemperatuur.
Geel: Deze bouwsteen gaan standaard als uitgang de ingestelde waarde van V1 hebben. Het moment dat er een signaal binnenkomt op ingang Sel gaat de uitgangswaarde wijzigen naar de ingestelde waarde van V2. Op de afbeelding zijn de ingestelde waardes zichtbaar.
Rood: De analoge multiplexer is nodig om het temp bereik naar de warmtepomp te beperken. De warmtepomp aanvaard geen temperaturen onder 18°C.
3.2.3 Energie monitoring
Ingang acPower geeft het actuele verbruik weer van de warmtepomp. Dit kan gebruikt worden voor de Energie stroom monitor.